Zaanse Schans
In 1574 werd onder bevel van de gouverneur van het Noorderkwartier Diederik Sonoy (1529-1597) aan de Zaanoever de Zaanse Schans opgeworpen, iets ten zuiden van de huidige Zaanse Schans, als bolwerk tegen de Spaanse troepen. Het was een roerige periode sinds het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog in 1568.
Bijna vier eeuwen later, na de Bevrijding in 1945, werd de Stichting Zaans Schoon opgericht met als doel de bedreigde monumenten van Zaanse bouwkunst voor vernietiging zoveel mogelijk te behoeden. In het veenweidegebied van de Kalverpolder, net ten noorden van de Zaanse Schans van Sonoy werd een historisch-ruimtelijke structuur gepland van een combinatie tussen de Kalverringdijk met productiemolens en burgerlijke woonhuizen en andere gebouwen, en het achter gelegen agrarische gebied waarbij de nadruk meer lag op kleinschalige woningen en boerderijen. Voor de realisatie werd in 1950 Stichting De Zaanse Schans opgericht en het duurde nog tot 1955 totdat het uitbreidingsplan voor de Zaanse Schans door het gemeentebestuur van Zaandam werd vastgesteld.
In 1961 werd de Zaanse Schans geopend. Niet als openluchtmuseum, maar als uitbreiding van het openbare stedelijke woon- en werkgebied. Aan de toerist werd nog nauwelijks gedacht, maar deze wist verrassenderwijs de Zaanse Schans al spoedig te vinden. In 1998 werd het Zaans Museum als belangrijke publieksvoorziening op de Zaanse Schans geopend, in 2009 gevolgd door een uitbreiding – het Verkade Paviljoen – met de schitterende bedrijfscollectie van dit beroemde bedrijf uit de Zaanstreek.
Internationale erkenning kreeg de Zaanse Schans als Ankerpunt (Anchor Point) van de European Route of Industrial Heritage (ERIH) en is de Zaanse Schans een belangrijke attractie uit het erfgoednetwerk van de HollandRoute.