In 1698 stichtte Tsaar Peter de eerste Russische marine in Taganrog. Hij had daarbij de hulp van zijn Zwitserse vriend Franz Lefort (1655-1699). Het was waarschijnlijk Lefort, ooit in dienst op een Hollands oorlogsschip en in Rusland tot admiraal benoemd, die voorstelde om Amsterdam te bezoeken en zich op de hoogte te stellen van vlootbouw, bombarderen, publiciteitscampagnes en informatievoorziening, vestingbouw, waterwerken, geneeskunde en godsdienst.

Peter maakte drie reizen naar West-Europa: de eerste reis was van augustus 1697 tot 25 mei
1698. Tijdens zijn eerste reis naar Brandenburg-Pruisen, de Republiek der Nederlanden, Engeland, Saksen en Oostenrijk, bekend als het Grote Gezantschap, bezocht Peter als eerste Riga. De plaatselijke Zweedse commandant Erik Dahlberg (1625-1703) besloot te doen alsof hij Peter niet herkende. Tijdgenoten zagen in het voorval de aanleiding tot de Grote Noordse Oorlog.

Wie tegenwoordig op een Russisch schip meevaart, zal zich verbazen over de vele Hollandse maritieme termen die over het water schallen: ankor, mast, sjtoerman, kabeljtow, botsman, sjkipper. Deze Hollandse invloed is terug te leiden op de bijzondere samenwerking tussen de Noors-Nederlandse admiraal Cornelis Cruys (1655-1727) en de Russische tsaar Peter de Grote.