In Amsterdam staan de meeste pakhuizen van Nederland. Dit kwam vooral door de grote overzeese handel in de 17de eeuw. Bijna alle goederen die destijds in de wereld werden verhandeld, kwamen in de Amsterdamse pakhuizen terecht. Voordat de pakhuizen ontstonden, werden goederen in het woonhuis van de koopman opgeslagen.

Vaak had het pakhuis de naam van de streek of land waar de goederen vandaan kwamen of had de naam te maken met het soort goederen dat er werd bewaard.

De meeste pakhuizen in Amsterdam zijn vijf tot acht meter breed en 30 meter diep. De voorgevel is voorzien van een verticale rij zoldervensters met luiken. Deze vensters kunnen aan de bovenzijde rond of recht zijn. Aan de bovenzijde van de gevel bevindt zich een hijsbalk. Oorspronkelijk zaten deze hijsbalken alleen op pakhuizen en koopmanshuizen, maar al spoedig bleek dit erg handig te zijn en werden hijsbalken ook bij woonhuizen toegepast.

Er zijn ongeveer 600 pakhuizen bewaard gebleven. Veel van deze pakhuizen zijn te vinden op de Westelijke Eilanden en aan de Oostelijke Handelskade. Inmiddels fungeren deze niet meer voor de opslag van goederen, maar zijn de meeste pakhuizen verbouwd tot woningen.