Linie van Beverwijk
Op 27 augustus 1799 zetten 22.750 Engelse manschappen voet op Hollandse bodem. Een kleine maand later volgen nog 11.000 ingehuurde Russische soldaten. De invasie heeft als doel om de nieuwe Bataafse Republiek en het daarmee verbonden revolutionaire Frankrijk op de knieën te krijgen. De verdediging is in handen van de populaire patriot H.W. Daendels, die samen met luitenant-kolonel C.R.T. Krayenhoff de steden in Noord- en Zuid-Holland moeten beschermen. Door snel en rigoureus handelen slaagt dit duo de invasiemacht, met een flinke economische prijs, terug te dringen. Krayenhoff ontwerpt vele versterkingen en laat diverse polders inunderen.
Terwijl de troepen van de vijand zich terugtrekken zit de schrik er goed in, men blijft rekening houden met een nieuwe landing. Het Bataafse bewind geeft Krayenhoff (zie afbeelding) in 1800 dan ook de opdracht om een permanente verdedigingslinie aan te leggen. Ten noorden van Beverwijk, tussen de Noordzee en de Wijkermeer liet Krayenhoff een dubbele rij met ieder 14 lunetten aanleggen.
Een lunet heeft twee schuine, naar buiten gerichte zijden (facen) en twee naar achter gerichte zijden (flanken). De achterzijde (keel) is doorgaans door middel van een houten palissade afgesloten. Indien mogelijk lag er een natte gracht rond een lunet. De naam is afgeleid van het Franse woord voor maan, ‘lune’, omdat de lunetten halvemaanvormig zijn, van bovenaf gezien.
De angst voor een nieuwe invasie bleek echter overigens al snel ongegrond, de linie van Beverwijk werd nooit in gebruik genomen en al in 1801 deels ontmanteld.