Leeghwater en de molentechniek
De in 1575 geboren Jan Adriaanszoon Leeghwater was als timmermanszoon vanaf jonge leeftijd geïnteresseerd in de molentechniek. Al in 1592 reist hij naar Uitgeest om de krukas van Cornelis Corneliszoon in werking te zien. Zelf was hij actief bezig een molen te ontwikkelen met draaibare bovenkap; de bovenkruier. Hierdoor kan deze makkelijker tegen de wind in gezet kan worden. Leeghwater maakt verder naam als waterbouwkundige. Zo is hij in 1612 opzichter over 26 molens ten behoeve van het droogmalen van de Beemster. Hierna volgen ook andere plassen als de Purmer (1622), de Wormer (1626) en de Schermer (1635). Ook in Frankrijk en Duitsland is Leeghwater betrokken bij enkele waterbouwkundige projecten. In 1641 publiceerde hij zijn Haarlemmermeer-boek. Hierin pleitte hij als eerste voor de inpoldering van het groeiende Haarlemmermeer, destijds ook bekend als de Waterwolf. De realisatie van dit plan laat ruim twee eeuwen op zich wachten.