Amsterdamse School
De Amsterdamse School werd begin 20ste eeuw voornamelijk in Amsterdam op grote schaal toegepast. De bouwstijl ontstaat als reactie op de neostijlen en wordt voor het eerst gebruikt in 1916. Bekende architecten van deze architectuurstroming waren onder andere: Johan van der Mey (1878-1949), Michel de Klerk (1884-1923) en Piet Kramer (1881-1961). Deze architecten vatten de architectuur als kunst op en gingen expressief te werk. Dat uitte zich in sierlijke bakstenen gevels met golvende vormen, verspringende delen, uitbundig beeldhouwwerk en het gebruik van vensterramen. Deze kenmerken werden ook toegepast aan het straatmeubilair en bruggen in Amsterdam.
Enkele voorbeelden van de Amsterdamse School in Amsterdam zijn: het Scheepvaarthuis (1916, tegenwoordig is hier het Amrâth Hotel gevestigd, een Rustpunt van de HollandRoute) van Van der Mey, woningcomplex ‘Het Schip’ (1921, museum Het Schip is een Routepunt van de HollandRoute) van De Klerk in de Spaarndammerbuurt en het Olympisch Stadion (1928) van architect Jan Wils.