Windmolens
Een goede windvangst is essentieel voor de werking van een molen. Door de eeuwen heen zijn er diverse innovaties geweest die molens in staat stelden zich naar de wind te richtten. Zo zijn er drie categorieën molens; middenkruiers, onderkruiers en bovenkruiers.
Een middenkruier zien we vaak als standaardmolen. De standaardmolen is met een eerste vermelding rond 1180 de oudste windmolensoort in de Lage Landen. Hij dankt zijn naam aan de constructie; de molen staat op een standaard waarop deze in zijn geheel kan draaien. Vanaf de 18e eeuw worden deze standaardmolens met een productiefunctie op grote schaal vervangen voor grotere modellen. Door de beperkte grootte van het model is de capaciteit beperkt. Een variant van de standaardmolen is de wipmolen. Deze veelgebruikte poldermolen is vanaf het begin van de 15e eeuw op grote schaal in gebruik als gemaal.
De onderkruiers zijn tegenwoordig een zeldzaamheid in Nederland. Waar er vroeger duizenden voornamelijk in gebruik waren als houtzager, zijn er nu nog slechts vijf overgebleven. Deze paltrokmolens zijn als één geheel naar de wind te draaien, ook de onderbouw draait door middel van een rolsysteem volledig mee. De vierkante basis heeft een open achterzijde zodat er met groot materiaal (zoals boomstammen) gewerkt kan worden
Bovenkruiers zijn molens waarvan enkel de kap door kruien in de wind wordt gezet. De molen zelf is vaak in steen opgetrokken, een houten constructie komt echter ook voor. Een veelvoorkomende bovenkruier is de stellingmolen. Door de molen op een stelling (verhoging) te plaatsen vangt deze meer wind. De stellingmolen is dan ook vaak terug te vinden binnen de bebouwde kom of op vestingwallen van steden. De tegenhanger van deze molens noemt men grondzeilers; de wieken kunnen dan bijna de grond raken.
Molens zijn veelzijdige gebouwen en hadden vele functies. Zo zijn er naast de gebruikelijke koren-, polder- en zaagmolens ook mosterd-, papier- en verfmolens. De opkomst van de stoommachine was een gevoelige klap voor de molens. Toch zijn diverse molens tot de halverwege de 20e eeuw actief in gebruik geweest. Tegenwoordig draaien molens voornamelijk op liefhebberij en niet uit economisch oogpunt.