Het IJ
Omstreeks het jaar 1000 werd het moerassige gebied geschikt gemaakt voor ontginning. De veengrond rond het IJ en de Zuiderzee begon door de ontwatering in te klinken en dijken werden noodzakelijk om het water in toom te houden. Om de plek waar de Amstel het IJ in spoelde bouwde men in de 13e eeuw een dam, geen dijk. Dit werd de basis van een handelsnederzetting die uiteindelijk tot de machtige handelsstad Amsterdam zou uitgroeien. Het IJ was de toegangsweg naar de Haven van Amsterdam. Deze functie verloor het met de aanleg van het Noorzeekanaal.
Het IJ is later een groot deel van zijn inhoud verloren door het aanplempen van eilanden. Door middel van zandstortingen (vrijgekomen door het graven van het Noordzeekanaal) ontstonden drie grote eilanden voor de oorspronkelijke haven van Amsterdam. Op één van deze nieuwe eilanden werd het Centraal Station in 1889 gebouwd. Later volgde ook het aangeplempte Oostelijk Havengebied. Maar ook de recente nieuwbouwwijk IJburg staat op geplempte eilanden in het IJ.